Franstalige krantenuitgevers zeiden dat ze “opgelucht” waren door het akkoord dat woensdag werd bereikt over de krantendistributie, ook al blijven ze kritiek leveren op een “catastrofaal” besluit van de regering om een einde te maken aan het concessiesysteem.
Eind vorig jaar maakte de regering een einde aan dit systeem en kende 75 miljoen euro toe aan bpost om de distributie van kranten de eerste zes maanden van het jaar alsnog te verzekeren. Vervolgens werd 50 miljoen euro per jaar gepland in de vorm van een belastingkrediet ter ondersteuning van de distributie, maar de voorwaarden moesten nog worden vastgelegd.
“We zijn opgelucht dat de regering het eens kon worden over een essentieel systeem, we zaten dicht bij de limiet”, reageerde François le Hodey, voorzitter van lapresse.be, de alliantie van Franstalige dagbladuitgevers. De algemeen directeur van IPM was ook verheugd over het feit dat het een “nationale oplossing was, die voor ons erg belangrijk was”.
Het akkoord laat het concept van ‘witte zones’ (dunbevolkte zones) los, maar de financiële steun zal variëren afhankelijk van de bevolkingsdichtheid van de regio’s. In 2024 en 2025 is een bedrag van 30 tot 79 cent per krant gepland in Wallonië en 40 tot 57 cent in Vlaanderen. In Brussel zorgt de bevolkingsdichtheid ervoor dat de marktprijs voldoende concurrerend is, aldus le Hodey.
“Het besluit van december blijft een catastrofe”, bekritiseert hij niettemin. “Er zal een voor en een na zijn, dit heeft ernstige gevolgen voor de dagbladpers, aangezien er elk jaar 150 miljoen kranten worden gekocht. Het zal heel pijnlijk zijn om dit obstakel te overwinnen.”
Franstalige uitgevers merken ook op dat de oplossing slechts tijdelijk is. “Na 2026 weten we niet wat er zal gebeuren. We zullen snel moeten onderhandelen met de volgende regering voor een duurzame oplossing”, zegt de voorzitter van lapresse.be.
François le Hodey riep de federale regering ook op om maatregelen te nemen om de distributiemarkt, gekenmerkt door “een bpost-monopolie”, te moderniseren. “Deze markt moet moderniseren en competitiever worden.”
Bron: Belga.
